In dit overzicht staat per grote arcana kaart, in het kort vermeld voor welk archetype de kaart staat.
O De dwaas – Een nieuw begin, een nieuwe reis. De richting is onbekend de wereld ligt open. Als een kind.
I De Magier – De reis begint, de richting is bepaald. Alle vier de elementen zijn in het bezit. Klaar om alle problemen te overwinnen.
II De hogepriesteres – Spiritualiteit en intuïtief weten. De verborgen vrouwelijke kracht. De intuïtieve wijsheid.
III De keizerin – Moeder aarde, het praktische. Het contact met de natuur. De vruchtbaarheid en de creativiteit.
IV De keizer – De vader, het weten. De hemel. De wetten van het verstand, het logische.
V De hogepriester – Het geloof, de religie. De zingeving, de cultuur, de opvoeding. Trouw aan je eigen normen en waarden.
VI De geliefden – De grote liefde, de partner. Jezelf ontmoeten, op alle aspecten. Je hart openen.
VII De zegewagen – Het succes, dit gaat goed. De overwinning. Het gaat lukken.
VIII Kracht – Je eigen kracht. Moed, niet angstig zijn. Weten hoe met je eigen kracht om te gaan.
VIII De heremiet, kluizenaar – De innerlijke wijsheid, de weg naar binnen bewandelen. Met jezelf kunnen zijn. Alleen tijd.
IX Rad van fortuin – Alles is mogelijk, verandering. Alle beslissingen zijn oké. Karma oorzaak en gevolg.
XI Rechtvaardigheid – De wet, het goed doen. De orde. Zoals het hoort.
XII De gehangene – Draai je gedachten om. Nee is ja. Je ziet de dingen met een verkeerde bril.
XIII De dood – Afscheid. De nieuwe tijd breekt aan. Neem de beslissing, het is zwart of wit.
XIV Matigheid – Balans in je leven. Harmonie. Het geluk wat je vindt als je balans hebt in je leven.
XV De duivel – De verslaving, de behoeftes. De verleiding, seksualiteit. Domme dingen doen.
XVI De toren – Loslaten van ideeën over jezelf. Vrij van vast zitten. Vastheid en stagnatie leidt tot ziekte.
XVII De ster – Geluk. Hoop, liefde. Vertrouwen, inzicht.
XVIII De maan – Je onderbewuste, de nacht. Zielenroerselen. Schaduwkanten van jezelf.
XIX De zon – Het licht en het bewuste. De dag. Vrolijkheid blijheid plezier.
XX Het oordeel – De feniks die uit de as herrijst. Opnieuw geboren. De moeilijkheden zijn overwonnen.
XXI De wereld – De afronding. Klaar met de reis, periode. Individuatie, zelf ontplooiing.